Logo VDS Automation
Logo VDS Automation
OEE: wat is het, wat kan je ermee en hoe implementeer je het
OEE: wat is het, wat kun je ermee en hoe implementeer je het?
OEE: wat is het, wat kun je ermee en hoe implementeer je het?

Ontdek hoe je OEE gebruikt om meer uit machines, processen en mensen te halen.

Ontdek hoe je OEE gebruikt om meer uit machines, processen en mensen te halen.

30 sep 2025

Wat is OEE?

Overall Equipment Effectiveness (OEE) vat in één percentage samen hoeveel van je geplande productietijd je écht waarde toevoegt. Het cijfer bestaat uit drie onderdelen: beschikbaarheid (hoeveel van de geplande tijd draait de lijn werkelijk), prestatie (hoe dicht zit je werkelijke snelheid bij de ideale cyclustijd) en kwaliteit (welk deel van de output is in één keer goed). Juist die drieslag maakt OEE bruikbaar: je ziet niet alleen dat er iets misgaat, maar ook wáár het misgaat.

De waarde van OEE zit in het zichtbaar maken van verlies. Waar je voorheen een algemeen “druktegevoel” had, laat OEE zien welke minuten je verliest aan storingen en omsteltijden, waar de snelheid onnodig wordt teruggeschroefd of waar korte stops de flow onderbreken. Ook wordt duidelijk of opstarten telkens foutgevoelig is of dat afkeur later in het proces ontstaat. Dat maakt gesprekken concreet. Operators sturen in de shift bij op wat ze zien, planners krijgen een realistischer beeld van de levercapaciteit en het management kan investeren waar het werkelijk rendeert.

Een simpel rekenvoorbeeld laat zien waarom kleine verbeteringen groot uitpakken. Met 960 minuten geplande tijd per dag en een ideale cyclustijd van 0,5 minuut kun je theoretisch 1.920 stuks maken. Bij 60% OEE lever je 1.152 goede stuks; stijgt dat naar 68%, dan kom je op 1.306. Dat zijn ruim 150 extra stuks per dag. Bij acht euro marge per stuk praat je over ongeveer €1.200 per dag en al snel enkele tonnen per jaar. Het blijft een model, maar het maakt de impact van “een paar procentpunten” heel tastbaar.

Overall Equipment Effectiveness (OEE) vat in één percentage samen hoeveel van je geplande productietijd je écht waarde toevoegt. Het cijfer bestaat uit drie onderdelen: beschikbaarheid (hoeveel van de geplande tijd draait de lijn werkelijk), prestatie (hoe dicht zit je werkelijke snelheid bij de ideale cyclustijd) en kwaliteit (welk deel van de output is in één keer goed). Juist die drieslag maakt OEE bruikbaar: je ziet niet alleen dat er iets misgaat, maar ook wáár het misgaat.

De waarde van OEE zit in het zichtbaar maken van verlies. Waar je voorheen een algemeen “druktegevoel” had, laat OEE zien welke minuten je verliest aan storingen en omsteltijden, waar de snelheid onnodig wordt teruggeschroefd of waar korte stops de flow onderbreken. Ook wordt duidelijk of opstarten telkens foutgevoelig is of dat afkeur later in het proces ontstaat. Dat maakt gesprekken concreet. Operators sturen in de shift bij op wat ze zien, planners krijgen een realistischer beeld van de levercapaciteit en het management kan investeren waar het werkelijk rendeert.

Een simpel rekenvoorbeeld laat zien waarom kleine verbeteringen groot uitpakken. Met 960 minuten geplande tijd per dag en een ideale cyclustijd van 0,5 minuut kun je theoretisch 1.920 stuks maken. Bij 60% OEE lever je 1.152 goede stuks; stijgt dat naar 68%, dan kom je op 1.306. Dat zijn ruim 150 extra stuks per dag. Bij acht euro marge per stuk praat je over ongeveer €1.200 per dag en al snel enkele tonnen per jaar. Het blijft een model, maar het maakt de impact van “een paar procentpunten” heel tastbaar.

Formule OEE

OEE in de praktijk

In de praktijk kom je steeds dezelfde patronen tegen. Ongeplande stilstand ontstaat dikwijls door repeterende storingen die met noodoplossingen worden opgelost, met tijdverlies als gevolg. Snelheidsverlies komt vaak door te conservatieve setpoints of kleine oneffenheden in toevoer en afvoer. Met strak beheerde recepten en een korte run op de doelsnelheid verhoog je tempo zonder risico. De mini-stops die onder de storingsradar blijven, komen pas boven water bij event-logging op secondebasis. Het goede nieuws: veel oplossingen zijn klein.

Kwaliteit verdient een eigen lens. First Time Right (FTR) is hier het leidende idee: in één keer goed, zonder rework. Door FTR per productfamilie zichtbaar te maken zie je waar marge lekt. Met eenvoudige regelkaarten volg je kritische kenmerken in de tijd en grijp je in vóórdat productspecificaties worden overschreden. Belangrijk is dat je meetsystemen op orde zijn; als de meetruis groter is dan de variatie die je wilt sturen, mis je signalen en ga je op het gevoel terugschakelen. Koppel kwaliteitscodes aan oorzaken in je OEE-model en voeg context toe zodat patronen niet onzichtbaar blijven.

Als het werkt op één lijn, schaal je gecontroleerd op. Kopieer definities, stilstandsreden en dashboards, maar check per lijn of de cyclustijden en productmix kloppen. Leg eigenaarschap vast: wie beheert definities, wie bewaakt datakwaliteit, wie leidt de verbeterborden? Zo wordt OEE geen project met een einddatum, maar onderdeel van de dagelijkse besturing.

Uiteindelijk is OEE geen scorebord om achteraf naar te kijken, maar een kompas om vandaag de juiste keuzes te maken. Met heldere definities, eenvoudige registratie, zichtbare informatie op de vloer en een strak verbeterritme beweegt het getal als vanzelf mee. Je krijgt voorspelbare capaciteit, minder verspilling en teams die precies weten waarom het getal beweegt en wat ze morgen als eerste gaan doen.

In de praktijk kom je steeds dezelfde patronen tegen. Ongeplande stilstand ontstaat dikwijls door repeterende storingen die met noodoplossingen worden opgelost, met tijdverlies als gevolg. Snelheidsverlies komt vaak door te conservatieve setpoints of kleine oneffenheden in toevoer en afvoer. Met strak beheerde recepten en een korte run op de doelsnelheid verhoog je tempo zonder risico. De mini-stops die onder de storingsradar blijven, komen pas boven water bij event-logging op secondebasis. Het goede nieuws: veel oplossingen zijn klein.

Kwaliteit verdient een eigen lens. First Time Right (FTR) is hier het leidende idee: in één keer goed, zonder rework. Door FTR per productfamilie zichtbaar te maken zie je waar marge lekt. Met eenvoudige regelkaarten volg je kritische kenmerken in de tijd en grijp je in vóórdat productspecificaties worden overschreden. Belangrijk is dat je meetsystemen op orde zijn; als de meetruis groter is dan de variatie die je wilt sturen, mis je signalen en ga je op het gevoel terugschakelen. Koppel kwaliteitscodes aan oorzaken in je OEE-model en voeg context toe zodat patronen niet onzichtbaar blijven.

Als het werkt op één lijn, schaal je gecontroleerd op. Kopieer definities, stilstandsreden en dashboards, maar check per lijn of de cyclustijden en productmix kloppen. Leg eigenaarschap vast: wie beheert definities, wie bewaakt datakwaliteit, wie leidt de verbeterborden? Zo wordt OEE geen project met een einddatum, maar onderdeel van de dagelijkse besturing.

Uiteindelijk is OEE geen scorebord om achteraf naar te kijken, maar een kompas om vandaag de juiste keuzes te maken. Met heldere definities, eenvoudige registratie, zichtbare informatie op de vloer en een strak verbeterritme beweegt het getal als vanzelf mee. Je krijgt voorspelbare capaciteit, minder verspilling en teams die precies weten waarom het getal beweegt en wat ze morgen als eerste gaan doen.

OEE (Overall Equipment Effectiveness) vergelijking en formule
OEE (Overall Equipment Effectiveness) vergelijking en formule
OEE (Overall Equipment Effectiveness) vergelijking en formule

Hoe implementeer je OEE?

Implementeren begint niet met software of sensoren, maar met taal. Kies één representatieve lijn en leg helder vast wat je onder geplande tijd, downtime, goed product en ideale cyclustijd verstaat. Die definities vormen je ruggengraat. Start vervolgens eenvoudig met registratie. Een tablet of formulier bij de lijn is genoeg om patronen te zien en definities te testen. Pas wanneer duidelijk is welke signalen betrouwbaar zijn en welke resolutie nodig is, schakel je over op automatische datacollectie via PLC, SCADA, MES of IIoT. Begin klein met start/stop, snelheid en een kwaliteitsstatus; breid later uit als de vragen specifieker worden.

Zodra de basis staat, draait alles om zichtbaar maken en ritme. Een scherm bij de lijn dat OEE, de drie componenten en de grootste verliezen toont, is geen eindrapport, maar een hulpmiddel in het gesprek op de vloer. Korte dagstarts zorgen dat afwijkingen direct besproken worden, acties een eigenaar krijgen en resultaten de volgende dag terug te zien zijn.

Implementeren begint niet met software of sensoren, maar met taal. Kies één representatieve lijn en leg helder vast wat je onder geplande tijd, downtime, goed product en ideale cyclustijd verstaat. Die definities vormen je ruggengraat. Start vervolgens eenvoudig met registratie. Een tablet of formulier bij de lijn is genoeg om patronen te zien en definities te testen. Pas wanneer duidelijk is welke signalen betrouwbaar zijn en welke resolutie nodig is, schakel je over op automatische datacollectie via PLC, SCADA, MES of IIoT. Begin klein met start/stop, snelheid en een kwaliteitsstatus; breid later uit als de vragen specifieker worden.

Zodra de basis staat, draait alles om zichtbaar maken en ritme. Een scherm bij de lijn dat OEE, de drie componenten en de grootste verliezen toont, is geen eindrapport, maar een hulpmiddel in het gesprek op de vloer. Korte dagstarts zorgen dat afwijkingen direct besproken worden, acties een eigenaar krijgen en resultaten de volgende dag terug te zien zijn.

Valkuilen bij OEE-implementaties

Een sterke OEE-implementatie draait niet om tooling, maar om gedrag, duidelijke taal en ritme. In de praktijk zien we een paar terugkerende valkuilen. Herken je ze vroeg, dan win je weken tijd en voorkom je “OEE-moeheid” op de vloer.

  1. Operators worden niet meegenomen tijdens het implementatieproces.
    Als OEE vooral van bovenaf wordt “uitgerold”, ontbreekt eigenaarschap op de plek waar het gebeurt. Betrek operators vanaf dag één: laat hen meeschrijven aan definities (wat is “downtime”, wat is “good”), test de registratie met een kleine ploeg en benoem 1–2 key-users per lijn. Plan korte, praktische training on-the-job en koppel feedback zichtbaar terug in de dagstart. Als iemand een irritatiepunt meldt en dat is morgen opgelost, groeit draagvlak razendsnel.

  2. Te complexe stilstandsredenen
    Te specifieke stilstandsredenen kost tijd en leidt tot “Overig”. Werk met een compacte, logisch gegroepeerde set oorzaken die je in één scherm kunt kiezen. Hanteer “favorieten” of “meest gebruikt” bovenaan en voeg een kort notitieveld toe voor nuance. Review maandelijks de vrije tekst: als een oorzaak vaak terugkeert, pas de stilstandsredenen aan; zo blijft hij klein én relevant. Richtlijn: liever 15 goede redenen die iedereen snapt dan 60 die niemand consequent gebruikt.

  3. Te groot beginnen
    Alles tegelijk willen (alle lijnen, alle signalen, volledig geautomatiseerd) vertraagt en vertroebelt. Start met een pilot op één lijn voor 8–12 weken. Definieer vooraf het doel (bijv. −25% omsteltijd of +5 OEE-punten), meet alleen wat je nodig hebt (start/stop, snelheid, kwaliteitsstatus), en bouw een vast ritme: dagstart bij de lijn, weekreview voor structurele oorzaken. Slaagt de pilot, kopieer je definities, stilstandsredenen en dashboard naar de volgende lijn, niet andersom.

  4. Geen borging
    Zonder standaardwerk vallen teams onder druk terug op oud gedrag. Leg nieuwe werkwijzen vast in visuele SOP’s (foto’s/diagrammen bij de lijn), maak ze onderdeel van onboarding. Beleg eigenaarschap: wie beheert definities, wie bewaakt datakwaliteit, wie checkt wekelijks of de standaard nog “geleefd” wordt? Werk met lichtgewicht audits (5–10 minuten) en versiebeheer voor cyclustijden, recepten en oorzaken. Wat je borgt, blijft staan ook in piekweken.

Wie deze vier punten goed regelt, merkt dat OEE niet voelt als “extra werk”, maar als een slimmer gesprek over tijd, snelheid en kwaliteit. Begin klein, maak het zichtbaar, los één oorzaak per keer op en borg het resultaat. Zo groeit OEE van project naar gewoonte en blijven de resultaten plakken.

Een sterke OEE-implementatie draait niet om tooling, maar om gedrag, duidelijke taal en ritme. In de praktijk zien we een paar terugkerende valkuilen. Herken je ze vroeg, dan win je weken tijd en voorkom je “OEE-moeheid” op de vloer.

  1. Operators worden niet meegenomen tijdens het implementatieproces.
    Als OEE vooral van bovenaf wordt “uitgerold”, ontbreekt eigenaarschap op de plek waar het gebeurt. Betrek operators vanaf dag één: laat hen meeschrijven aan definities (wat is “downtime”, wat is “good”), test de registratie met een kleine ploeg en benoem 1–2 key-users per lijn. Plan korte, praktische training on-the-job en koppel feedback zichtbaar terug in de dagstart. Als iemand een irritatiepunt meldt en dat is morgen opgelost, groeit draagvlak razendsnel.

  2. Te complexe stilstandsredenen
    Te specifieke stilstandsredenen kost tijd en leidt tot “Overig”. Werk met een compacte, logisch gegroepeerde set oorzaken die je in één scherm kunt kiezen. Hanteer “favorieten” of “meest gebruikt” bovenaan en voeg een kort notitieveld toe voor nuance. Review maandelijks de vrije tekst: als een oorzaak vaak terugkeert, pas de stilstandsredenen aan; zo blijft hij klein én relevant. Richtlijn: liever 15 goede redenen die iedereen snapt dan 60 die niemand consequent gebruikt.

  3. Te groot beginnen
    Alles tegelijk willen (alle lijnen, alle signalen, volledig geautomatiseerd) vertraagt en vertroebelt. Start met een pilot op één lijn voor 8–12 weken. Definieer vooraf het doel (bijv. −25% omsteltijd of +5 OEE-punten), meet alleen wat je nodig hebt (start/stop, snelheid, kwaliteitsstatus), en bouw een vast ritme: dagstart bij de lijn, weekreview voor structurele oorzaken. Slaagt de pilot, kopieer je definities, stilstandsredenen en dashboard naar de volgende lijn, niet andersom.

  4. Geen borging
    Zonder standaardwerk vallen teams onder druk terug op oud gedrag. Leg nieuwe werkwijzen vast in visuele SOP’s (foto’s/diagrammen bij de lijn), maak ze onderdeel van onboarding. Beleg eigenaarschap: wie beheert definities, wie bewaakt datakwaliteit, wie checkt wekelijks of de standaard nog “geleefd” wordt? Werk met lichtgewicht audits (5–10 minuten) en versiebeheer voor cyclustijden, recepten en oorzaken. Wat je borgt, blijft staan ook in piekweken.

Wie deze vier punten goed regelt, merkt dat OEE niet voelt als “extra werk”, maar als een slimmer gesprek over tijd, snelheid en kwaliteit. Begin klein, maak het zichtbaar, los één oorzaak per keer op en borg het resultaat. Zo groeit OEE van project naar gewoonte en blijven de resultaten plakken.

VDS implementeert OEE in maak- en procesomgevingen, op de vloer en met eigen hardware. We starten met één lijn, leveren zichtbaar resultaat binnen 8–12 weken en trainen operators. Lees nu meer over hoe we jouw organisatie kunnen helpen met OEE

VDS implementeert OEE in maak- en procesomgevingen, op de vloer en met eigen hardware. We starten met één lijn, leveren zichtbaar resultaat binnen 8–12 weken en trainen operators. Lees nu meer over hoe we jouw organisatie kunnen helpen met OEE

OEE: wat is het, wat kan je ermee en hoe implementeer je het
OEE: wat is het, wat kan je ermee en hoe implementeer je het
OEE: wat is het, wat kan je ermee en hoe implementeer je het
Ontvang de nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws, blogs en meer
Meer artikelen
Meer artikelen

Lees onze andere blogposts

Lees onze andere blogposts